Opinie
De directie heeft advies nodig, niet de OR
De directie heeft advies nodig, niet de OR
Soms denk ik er aan om directies te gaan begeleiden en adviseren bij grote veranderingen in organisaties. OR’s zijn soms zoekend, maar aan de kant van veel directies is écht een wereld te winnen!
Een voorbeeldje. Een machinefabriek moet reorganiseren en een flink aantal ontslagen dreigt. Wij onderzoeken voor de OR of de ingrepen noodzakelijk zijn, de gevolgen voor de collega’s voldoende opgevangen worden en of er een gezonde organisatie overblijft. En dus of de OR groen licht kan geven voor de reorganisatie. De financiële onderbouwing: het gaat slecht en vorig jaar ging het nog slechter. Of u even akkoord wil geven voor het vertrek van tientallen collega’s? Beste directie, wat zou u zelf doen met zo weinig informatie?
Nog een laatste voorbeeld. Die 1001 directies die zelf de noodzakelijke tijd nemen om een besluit voor te bereiden. Om vervolgens de OR een deadline van twee weken, een week of zelfs een paar dagen op te willen leggen om groen licht te geven. Zou je als directeur zo benaderd worden, dan wees je iemand toch resoluut de deur?
Gelukkig zijn er ook zat directies die wel snappen dat plannen beter worden als je je OR op tijd betrekt bij het bedenken, uitwerken en besluiten. En wat denk je? Dat werkt nog ook! Als je je OR serieus neemt, nemen ze jou en je ideeën ook eerder serieus.
Er valt van alles te verbeteren en ontwikkelen aan Ondernemingsraden. Maar bij directies is dat minstens net zo sterk het geval. Als directie ben je bovendien de eerstverantwoordelijke om het goede voorgenomen besluit netjes en zorgvuldig naar de definitieve status te loodsen. Mijn conclusie: directies hebben minstens net zo hard begeleiding nodig van adviseurs met oog voor inhoud, draagvlak én proces. Daar valt voor werkend Nederland veel meer winst te behalen.
Die OR’s, die redden zich wel! Maar veel directies…
Delen kan hier
Een dag uit het leven van een Basis & Beleid-adviseur
Een dag uit het leven van een Basis & Beleid-adviseur
BLOG
Op naar het Noorden! Ik ga weer aan de slag met de Ondernemingsraad (OR) van een overheidsorganisatie. Die organisatie moet verzelfstandigd worden, maar het lukt de bestuurders al een paar jaar moeilijk om dat ook te realiseren. Ik help de OR met de goede vragen stellen, niet in details te verzanden en voet bij stuk houden: zonder goed onderbouwd plan over de toekomst en zekerheid voor de medewerkers, geen groen licht.
Met tien collega’s wonen we verspreid door het land. Zover noordelijk als ik nu reis hebben we geen collega. Geen probleem, ik kan natuurlijk met de auto gaan maar in de trein gebruik ik de reistijd nuttig en je ziet nog eens wat.
Met het stellen van de juiste vragen en de goede discussie helpen we ook het management. Die moet voor het eerst een eigen bedrijfsplan opstellen. Tekorten worden in de toekomst niet meer zomaar aangevuld, dus een goed onderbouwde, sluitende begroting is ineens veel belangrijker. Ze kunnen wel wat hulp gebruiken, maar de OR en ik moeten wel op onze eigen stoel blijven zitten.
In een rustige trein heb ik twee uur de tijd om me te concentreren op het werk dat ik doe voor de OR van een chemische fabriek. De directie wil productie verplaatsen waardoor banen in Nederland verdwijnen. Strategisch, financieel en organisatorisch rammelt het, maar hoe tonen we dat zo goed mogelijk aan? En wat doen we met de slechte verhoudingen tussen management en OR plus medewerkers? Wie gaat onze conclusies accepteren? Een flinke puzzel, die ik gelukkig samen met een collega leg en waar we later samen aan verder werken.
Op de terugweg zie ik dat ik gebeld ben door een andere OR. Of ik de arbeidsvoorwaarden van hun recyclingbedrijf kan checken. Er is geen cao, de OR onderhandelt zelf met de directie. Dat is al een paar jaar niet gedaan maar gaat binnenkort weer gebeuren. Intussen is er allerlei wetgeving gewijzigd. De OR wil weten wat volgens de wet sowieso beter moet en wat aan modernisering toe is. Ook dat kunnen we! Morgen ben ik – zoals minstens een keer per week – op kantoor en neem ik de tijd om ze terug te bellen, mails te beantwoorden en bij te praten met collega’s.
In de trein terug naar Utrecht heb ik de tijd om na te denken over een trainingsprogramma van de OR van een metaalbedrijf. Ze moeten regelmatig reageren op veranderingen in de organisatiestructuur, maar ook op bijvoorbeeld roosterwijzigingen. Dat vinden ze op zich al lastig genoeg, maar het schort ook aan goede samenwerking. En ze willen waar mogelijk graag afstemmen en samenwerken met vakbonden, maar hoe en wanneer doe je dat? Een collega en ik zetten een programma op waarmee ze op al die vlakken een stap in hun ontwikkeling maken. We proberen onszelf overbodig te maken en weten gelukkig ook dat het zover nooit zal komen.
Delen kan hier
Outsourcing en politiek primaat
Outsourcing en politiek primaat
Onze collega Angelique van de Velde heeft onderstaande column geschreven voor het decembernummer van OR/magazine.
Politiek primaat lijkt soms voor een bestuurder een excuus te zijn om de ondernemingsraad buiten spel te zetten. Een voorbeeld uit de praktijk voor hoe de or daar mee kan om gaan.
Stel: een gemeente wil bepaalde werkzaamheden outsourcen. Vervolgens ontstaat discussie of de or adviesrecht heeft over de outsourcing van taken, waarbij sprake is van overgang van onderneming. De werkgever stelt dat hier het primaat van de politiek van toepassing is. Daarnaast vindt de werkgever dat de spelregels voor de overgang al grotendeels bepaald zijn doordat sprake is van overgang van onderneming op basis van het Burgerlijk Wetboek. In het lokaal overleg met de vakbonden wordt het sociaal plan afgesloten. De werkgever concludeert dat de rol van de ondernemingsraad op basis hiervan volledig komt te vervallen; geen adviesrecht voor de OR.
Mijn advies aan de OR was dat hem wel degelijk adviesrecht toekomt voor het hoe én de personele consequenties van de outsourcing, ondanks het primaat van de politiek over het principebesluit tot outsourcing.
Dit geldt ook voor het sociaal plan dat de vakbonden in het lokaal overleg afsluiten. De vakbonden sluiten dan weliswaar dit sociaal plan af, maar hiermee komt het adviesrecht van de OR niet te vervallen. Nu wilde de werkgever niet toegeven aan het toekennen van het adviesrecht aan de OR. Onder druk van een procedure bij de Ondernemingskamer is uiteindelijk een traject gestart om er alsnog samen uit te komen. Het werd een proces van onderhandelen waarbij uiteindelijk de werkgever de eisen van de or inwilligde op de laatste dag dat de OR de procedurebij de Ondernemingskamer kon starten. Er komt een adviesaanvraag conform het verzoek van de OR. Weliswaar in een krapper tijdpad dan gewild, maar wel met succes voor het behoud van de adviesrol van de OR naast het sociaal plan.